De huurdersorganisatie van Beter Wonen, de SHBW, is deelnemer aan het jaarlijks overleg over de volkshuisvesting met de gemeente Almelo, de beide corporaties en de huurdersorganisatie van St. Joseph, de HAR. Jaarlijks leidt dat tot de zgn. Prestatieovereenkomst, waarin de betrokken partijen bijvoorbeeld vastleggen hoeveel huizen er gaan worden gebouwd, gesloopt of gerenoveerd. Vooral die laatste categorie is stevig aan de orde in deze tijd. De afspraken moeten ondertekend en wel half december zijn ingediend bij het Ministerie van Wonen, en de Autoriteit Woningcorporaties ziet dan toe op de naleving.

Ditmaal hebben SHBW en HAR voorgesteld een nieuwe woonvorm te ontwikkelen waarmee twee problemen tegelijk kunnen worden aangepakt: vereenzaming onder oudere huurders, en betaalbare huisvesting voor jongeren, al dan niet jonge gezinnen. Het idee heeft de naam gekregen “Jong en Oud onder één dak’.

Al jarenlang wordt het idee omarmd dat oudere generaties ‘bij elkaar’ willen wonen. Veel complexen zijn daarvoor bestemd en ook het begrip ‘knarrenhofjes’ is langzamerhand wel bekend. Het idee erachter is mogelijk dat oudere mensen last zouden hebben van jongere mensen met misschien wel kinderen (!). Maar waarom zou dat niet juist wat levendigheid kunnen brengen? Ondertussen is de vereenzaming in die complexen een groeiend probleem, mét de nodige (zorg)kosten tot gevolg.

Het huisvestingsprobleem voor jongeren is griezelig aan het groeien. Veel jongere mensen wonen tot ver in de dertig bij hun ouders thuis omdat er geen passende woning is te vinden. In ‘Den Haag’ begint het besef door te dringen dat er stevig moet worden gebouwd, maar dat mag dan weer niet ten koste van ‘de bijtjes en de bloemetjes’. Het is wat gechargeerd neergezet, maar veel jonge mensen die al jaren op een huis wachten, denken er wel zo over.

Het voorstel van SHBW en HAR is nu om de twee generaties onder één dak te huisvesten, waarbij de jongere generaties een lagere huur betalen in ruil voor ‘omzien naar de oudere medebewoners’. Omzien betekent niet: verzorgen of zorg bieden – dat moet in handen blijven van professionele zorgaanbieders. Maar de hulpverleensters van de thuiszorg brengen ongeveer de helft (!) van hun werktijd door in hun autootje om van de ene naar de andere ‘cliënt’ te rijden. Ook dat kan efficiënter - en dus goedkoper.

Een lagere huur kost de corporatie geld, maar als de zorg goedkoper wordt zouden verhuurder en zorgaanbieder een verdienmodel kunnen ontwikkelen waarbij de een de ander compenseert. Dan blijven de kosten gelijk en is alle winst voor de huurder!

De ondertekenaars van de Prestatieovereenkomst gaan nu een werkgroep vormen om de vragen die het project oproept in kaart te brengen en te beantwoorden. Laten we dus geen ‘hoera’ roepen voor we over de brug zijn – maar er wordt aan de brug gebouwd, en dat is in elk geval een stap voorwaarts!

Wim van der Elst

voorzitter SHBW